De ‘uitvinder’ van de brainstorm is Alex Faikney Osborn. Of hij brainstormen echt heeft uitgevonden is twijfelachtig. Maar hij was in elk geval wel de eerste die deze praktijk samenbalde in een eenvoudige methodiek en er de naam brainstormen op plakte.
Osborn begon zijn carrière in de journalistiek, zonder veel succes evenwel. Na een aantal tijdelijke jobs belandde hij in de reclamewereld waarin hij wel furore maakte. Samen met Barton en Durstine richtte hij een bureau op dat later fusioneerde met Batten Company en onder de naam BBDO uitgroeide tot het meest gelauwerde reclamebureau op aarde.
Osborn stond dus aan het hoofd van een creatief topbureau. Hun core business was het ontwikkelen van sterke en originele communicatie-ideeën voor kleine en grote merken.
Hoe beter die ideeën waren, hoe meer het bureau kon factureren en hoe meer nieuwe klanten met hen wilden werken. Maar ook: hoe sneller en effectiever zijn mensen ideeën verzonnen, des te lager waren de arbeidskosten en des te hoger de winst op het einde van het jaar. Het is natuurlijk iets complexer dan dat, maar daar kwam het wel op neer.
Dit was Osborns mindset terwijl hij zijn creatieve troepen gadesloeg. Eén van de zaken die hem daarbij opvielen was dat zijn mensen vaak met sublieme ideeën op de proppen kwamen, maar dan vooral als ze in hun eentje werkten. In groep, tijdens meetings, liep het veel minder vlot. Het was alsof hun creativiteit dan blokkeerde, iets wat een topbureau als BBDO zich niet kon permitteren. Want elke dag weer moesten ze nieuwe verrassende ideeën produceren. En om dat te bereiken was teamwerk – met andere creatieven, met de accounts en met de klanten – een absolute must.
Osborns vondst: brainstormen
Wat liep er dan fout in die meetings? Het grootste probleem was dat de mensen die samen iets nieuws moesten bedenken meer tijd en aandacht besteedden aan het bediscussiëren van de voorgestelde ideeën dan aan het ontwikkelen van nieuwe ideeën. Men deed meer moeite om de eigen standpunten te verdedigen dan zich open te stellen voor andermans ideeën. Een uur brainstormen leverde op die manier vaak niet meer op dan 10 à 20 ideeën. Op zich niet zo dramatisch, maar Osborn geloofde dat dit beter kon. Daarom ontwikkelde hij een methode die hij brainstormen noemde.
“Brainstorming = using the brain to storm a creative problem — and do so in commando fashion, with each stormer attacking the same objective.”
“Brainstormen = het brein gebruiken om een creatief probleem te bestormen – en dat als echte commando’s, waarbij elke bestormer hetzelfde doel aanvalt.”
Zijn grote vondst was dat hij het brainstormproces opsplitste in 2 fasen: de 1ste fase noemde hij de ‘divergentie’ of ‘ideegeneratiefase’; de 2de fase de ‘convergentie’ of ‘idee-evaluatiefase’.
Met andere woorden:
voor de koffiepauze ideeën bedenken – enkel en alleen maar ideeën bedenken. Na de pauze beoordelen, selecteren en verder uitwerken van de ideeën.
Was deze aanpak totaal nieuw? Neen, want vele individuele kunstenaars, schrijvers en creatievelingen pasten dit procedé al intuïtief toe. Maar zoals gezegd was Osborn de eerste om deze methode te beschrijven in een praktische methodiek.
Brainstormen: van 10 naar 100 ideeën in 60 minuten
Vooral die aparte idee-generatiefase bleek een schot in de roos. Het aantal bedachte ideeën schoot de hoogte in. Tijdens deze fase mogen de deelnemers geen kritiek geven op de ideeën van anderen. Ze moeten hun oordeel, dat je in principe niet echt kunt tegenhouden, tijdelijk voor zich houden en naast zich neer leggen. Waarom? Omdat oordelen het creatieve proces verstoort en vaak stillegt.
Vergelijk het met een wagen die wagen die nooit in 5de versnelling geraakt omdat de chauffeur altijd maar weer in achteruit schakelt.
En ook: voor ons brein is het veel makkelijker en effectiever om te focussen op 1 taak (ideeën verzinnen) – dan op 2 taken tegelijkertijd (ideeën verzinnen en beoordelen). Ondertussen weten we allemaal al dat multitasken niet goed werkt en dat ons brein er minder effectief van wordt. Osborn had dit tientallen jaren geleden al door en heeft dit inzicht toegepast op het creatieve proces.
“The best way to get a good idea is to get a lot of ideas”
−Linus Pauling
Wat was en is nog altijd het resultaat van die verandering? Als je aan de deelnemers van een brainstorm de richtlijn geeft om in een eerste fase (de divergentie) zich alleen maar te richten op het bedenken van ideeën, en geen aandacht en energie te steken in het beoordelen van ideeën. Dan bedenkt een groep mensen makkelijk 50, 100 of zelfs meer ideeën in een uur tijd. Wat een pak meer is dan die 10 à 20 ideeën voorheen.
Zijn al die 100 ideeën even waardevol? Natuurlijk niet, maar de kans dat er tussen die 100 ideeën een briljant idee zit is veel groter dan als je er maar 10 bedenkt. Daarenboven vermijd je discussies, politieke spelletjes en alle energieverlies die dat teweeg brengt. En de sfeer in de groep, die vaart er wel bij.
Brainstormen is een natuurlijk proces
Brainstorming is een natuurlijk proces dat frappante gelijkenissen vertoont met de evolutie zoals beschreven door Charles Darwin. Want van alle nieuwe levensvormen die de natuur voortbrengt verdwijnt 95 à 99,9% kort nadat ze tot leven zijn gekomen. Van de 100 nieuwe planten, dieren, insecten en andere levensvormen houden we er maximum 1 à 5 over.
Brainstormen – en ideeënontwikkeling tout court – werkt volgens een gelijkaardig principe: je moet veel ideeën produceren om er slechts enkele goede over te houden. Het lijkt inefficiënt en verdacht veel op ‘trial and error’. Maar het goede eraan is dat je deze ‘trial and error’ fase beter doormaakt in de ideeontwikkelingsfase dan in de productiefase. Want een idee bedenken en aan de kant schuiven gaat veel makkelijker – en kost minder geld – dan een nieuw product lanceren en het dan uit de schappen moeten halen.
Brainstormen: regels doorbreken is toegestaan
Tijdens de divergentie of ideegeneratiefase gelden een aantal spelregels. Die zijn er niet om je te beknotten maar om integendeel alle barrières weg te halen. Zodat er een open denkruimte ontstaat waarin mensen in alle vrijheid hun ideeën kunnen lanceren.
- Stel je oordeel uit – alle ideeën zijn goed, worden aanvaard en opgeschreven
- Focus op kwantiteit – streef naar zoveel mogelijk ideeën
- Freewheel – spring gerust van het ene idee op het andere
- Hitch-hike – lift mee op andermans ideeën
De belangrijkste regel is ‘Uitstel van oordeel’. Geef geen kritiek – zelfs geen al te lovende kritiek – op de ideeën van anderen. Maar houd ook jezelf niet in. Want alle ideeën zijn toegestaan: gewone ideeën, vergezochte, voor de hand liggende, naïeve, bizarre, absurde en natuurlijk ook de slimme ideeën. Het doel is immers zo veel mogelijk ideeën te genereren, in een zo groot mogelijke verscheidenheid. Beoordelen en selecteren van de ideeën is iets voor later – voor na de koffiebreak.
Provoceer je brein met creatieve denktechnieken
De spelregels zorgen voor veel ideeën en een grote verscheidenheid aan ideeën. Wil je die verscheidenheid nog vergroten, dan pas je in de ideegeneratiefase creatieve denktechnieken toe. Deze technieken stimuleren de deelnemers om hun denkpatronen te verlaten en om met andere invalshoeken te experimenteren. Geen garantie op een subliem idee, maar wel op nieuwe invalshoeken.
De basis van brainstormen is dus de splitsing is in 2 denkfasen. Maar in feite is er nog een voorafgaande fase, de vraagstelling. Doel van deze fase is om de juiste uitdagende vraag te formuleren warmee je groep aan de slag gaat. Je kunt dit doen tijdens de brainstorm, samen met de brainstormgroep. Of je bereidt de vraag al op voorhand voor. Dit laatste is vaak de beste oplossing want het gaat vlotter nieuwe ideeën te genereren in groep dan met diezelfde groep één juiste stimulerende vraagstelling formuleren.
Een gestructureerde brainstormsessie bestaat dus uit volgende 3 stappen:
1) Briefing en probleemformulering
2) Ideegeneratiefase (met de spelregels en creatieve denktechnieken)
3) Idee-evaluatiefase
Nog enkele niet onbelangrijke vragen over brainstormen
Kun je ook brainstormen in je eentje?
Natuurlijk. Osborn heeft de brainstormmethode ontwikkeld om meer uit een groep te halen, maar je kunt deze principes ook perfect toepassen in je eentje. Neem een blaadje papier of een word document. Formuleer bovenaan het onderwerp van je brainstorm, liefst in vraagvorm. En schrijf je ideeën neer. Allemaal. Oordeel niet. Nummer je ideeën, want dat motiveert. En las regelmatig rustmomenten in. Werk liever 3 maal 15 minuten aan een opdracht dan 45 minuten aan één stuk. Als je voldoende ideeën hebt, selecteer je de beste en werk je die uit.
Is brainstormen dé oplossing voor al mijn creatief werk?
Neen, dat was de bedoeling ook niet. Brainstormen in groep is ontwikkeld als aanvulling op het individuele creatieve werk. Het vervangt de individuele creativiteit dus zeker niet.
Is brainstormen nu nog altijd hetzelfde als in de tijd van Osborn?
Neen. Ondertussen is er heel wat veranderd. Er is veel onderzoek gedaan door wetenschappers en mensen uit de praktijk. De basisprincipes blijven nog staan, maar we maken bijvoorbeeld meer gebruik van gerichte oefeningen aangepast aan het soort vraagstelling en van creatieve denktechnieken (o.a. laterale denktechnieken van De Bono). En we werken veel meer met kleine subgroepen omdat verschillende onderzoeken hebben uitgewezen dat verschillende kleine groepen nog meer en nog meer verscheiden ideeën ontwikkelen dan één grote groep.
Koen De Vos, koen@brainssstorm.com, www.brainssstorm.com, www.50000ideeen.be